In een boeiende discussie die ik had met enkele vrienden (uiteraard op anderhalve meter), kwam de heftigheid van de huidige tijd aan de orde. Waarom accepteren we zo klakkeloos de beperkingen die ons worden opgelegd? Waarom loopt de hele wereld achter voorzichtige leiders aan en veroordelen we lieden als Bolsonaro in Brazilië? In 1969 hadden we de Hong Kong griep die eveneens dood en verderf zaaide onder de bevolking. Caroline de Gruyter schrijft vandaag in haar wekelijkse column in het NRC over de conducteurs van de tram die in het ziekenhuis lagen: “….Maar het leven ging gewoon door. De krant Expressen (RB: Zweedse krant) schreef dat mensen, bij gebrek aan openbaar vervoer, „maar weer moeten leren lopen”….
Dat ging over Zweden, een land dat nu ook het meest laconiek omgaat met corona.
Hoe komt het toch dat we nu wereldwijd zo enorm bang zijn om ziek te worden, dood te gaan of anderen aan te steken, terwijl we daar vroeger veel laconieker mee omgingen?
Het lijkt wel dat het te goed gaat met de wereld. In elk geval met de westerse wereld. Was het vroeger zo dat slechts 10% van de bevolking het goed had, ten koste (of in elk geval gefinancierd door) de rest van de bevolking, nu lijkt het eerder omgedraaid. Misschien is het percentage wat anders, want de verdeling van welzijn is nog lang niet oké, maar wel veel beter dan honderd jaar geleden.
Honderd jaar geleden leefde men om te zorgen. Voor kinderen, voor de baas, voor de familie, de kerk, je ouders, enz. Inmiddels is de zorg voor al die partijen geïnstitutionaliseerd. We hebben het weg georganiseerd naar de overheid. Vroeger was de hemel een lonkend perspectief na een leven van zorgen en afzien, een beloning. Inmiddels is de groep die met dat perspectief nog een zorgtaak op zich neemt, een stuk kleiner. Nu heet het maatschappelijke zorg en medemenselijkheid. Het geloof, maar met name het vertrouwen in een hemelse beloning, is meer een individualistische beslissing vanuit een rijk leven dan een beloning na, maar vooral door afzien.
Natuurlijk ook door de toegenomen communicatiemogelijkheden, waardoor we sneller georganiseerd zijn, maar vooral door de sterk verminderde macht van de overheid en de rijke adel, kan er nu sterk geprotesteerd worden tegen de lockdown en de economische gevolgen. We pikken het gewoon niet meer! Dat was vroeger geen optie, maar nu wel. Maar dan nog, waarom hebben we het zolang geaccepteerd? Het lijkt erop dat we in een tweestrijd zitten tussen doodgaan en welvaart. Doodgaan biedt niet meer het hemelse perspectief van vroeger en welvaart is iets dat we nu hebben en waarvan we nu genieten. Doodgaan is dus niet meer zo aantrekkelijk als dat het vroeger was.
Zo bang als we vroeger voor de overheid en de rijke adel waren, zo bang zijn we nu voor de dood. Het sentiment is omgedraaid. We willen niet meer dood. Nu niet en nooit niet. Enge ziektes zijn geen verlossing meer maar een einde van ons luxe leventje en van de menselijke relaties die we nu hier op aarde belangrijker vinden dan in een eventuele hemel. Het hier en nu is heden ten dage veel belangrijker dan het daarboven en straks. De aarde boven de hemel. Sommigen laten zich zelfs invriezen om zich pas te laten ontdooien als de techniek zo ver is dat ze verder kunnen leven. Het eeuwig leven maar dan op aarde. Wij vertrouwen zo enorm op de technische vooruitgang dat we ons groter voelen dan God.
Als weloverwogen atheïst beschouw ik God als een antwoord op alle vragen die we zelf niet kunnen beantwoorden. Hoe meer we leren en snappen, des te minder hebben we een God nodig. Hopelijk zal onze nieuwsgierigheid altijd onze kennis overstijgen zodat we altijd een God nodig hebben om te verklaren wat wij zelf niet snappen. Want als mensen zichzelf tot God verklaren, gaat het echt mis. Daarvan zien we helaas in de hedendaagse wereldpolitiek voldoende voorbeelden.
Vermijd drukte, blijf rustig en blijf gezond. Tot ziens!
Reactie plaatsen
Reacties