Het was een verschrikkelijke klap. De auto’s die zojuist nog strak en gestroomlijnd waren, waren niet meer als auto’s herkenbaar. Het gescheurde blik rookte en overal lekte allerlei vloeistoffen. Ergens aan de binnenkant liep een rood straaltje door de wrakken op straat.
Hij had geen idee waar hij was. Hij was door een lange tunnel gekomen met fel wit licht en stond nu voor een immens grote, witte deur. Hij keek om zich heen en zag dat er een video werd afgespeeld op de deur. Een soort oude familiefilm met krasjes die door het beeld flitsten. Het was een film van zijn jeugd. Hij was een lief, schattig kereltje geweest met blonde krulletjes.
Opeens veranderde de film naar zijn schooltijd, alsof er op fast forward was gedrukt. Het was niet schattig meer. Er werd gepest. Kinderen kunnen wreed zijn. Weer fast forward. Ditmaal naar een kantooromgeving. Er werd geschreeuwd en je zag angstige mensen die voorzichtig hun werk deden en een baas die zich heer en meester voelde. Weer fast forward, ditmaal naar zijn huis. Een zonnige dag in de tuin. Hij was daar alleen, zijn vrouw was weg en hij zag ook zijn kinderen niet. Het beeld liet zijn woonkamer zien en ging verder naar binnen. De kamers van de kinderen waren leeg en in zijn slaapkamer stond een eenpersoons bed.
Ineens merkte hij dat er iemand naast hem stond. Een oude grijze man die met hem naar de video keek.
‘Wil je verder kijken?’ vroeg de man ‘of wil je al door de rode deur?’ en hij wees naar een grote rode deur die hij nu pas zag. Ook op die deur werd een video afgespeeld en ondanks dat het zeker tien meter verder was kon hij die film haarscherp zien. Het leek op de film op de witte deur maar dan vanuit een ander perspectief, vanuit de gepeste kinderen, de onderdrukte werknemers en vanuit zijn vrouw en kinderen.
‘Ik ga liever door de witte deur, geloof ik,’ zei de man.
‘Dat is helaas niet mogelijk,’ zei de grijze man.
‘Kan ik dan teruggaan?’
Hij werd wakker en had overal pijn. Zijn hele lijf was met verband ingepakt. Naast zijn bed zat zijn vrouw in een rood kerstjurkje op een harde ziekenhuisstoel. Ze keek angstig als altijd.
‘Sorry,’ zei hij.
‘Waarvoor?’
‘Voor alles, het spijt me echt. Kunnen we alsjeblieft opnieuw beginnen en ditmaal echt?’
Ze keek hem aan en zag iets in zijn ogen dat ze nog nooit eerder had gezien.
Ze knikte en lachte.
Reactie plaatsen
Reacties