Meedoen is belangrijker dan winnen. Vriendschap, sportiviteit en tot het uiterste gaan. Dat zijn de Olympische spelen. De heilige graal voor elke sporter. Eens een Olympiër, altijd een Olympiër. EK’s, WK’s, allemaal best, maar er gaat niets boven de Olympische spelen.
Dit jaar in Tokyo. Veel protest van de Japanners omdat het ongepast zou zijn in een periode van een wereldwijde pandemie. Voor het eerst Spelen zonder publiek. Het doet niets af aan de sportieve prestaties maar het is toch anders. Geen gejuich, geen ritmisch geklap bij het hoogspringen en geen publieke tranen bij verlies.
Maar wel veel medailles. Nederland eindigt als zevende in de medaille-top. Leuk natuurlijk, knap ook, maar ook een beetje flauwekul want het gaat elke sporter om zijn of haar eigen prestatie. Zowel sportief als mentaal. Maar toch, het is wel leuk als een minilandje als wij zo hoog eindigt. Het betekent dat bij ons de topsport serieus genomen wordt. En dat is goed. Het zal weer veel jonge kinderen stimuleren om te gaan sporten. Kinderen die over pakweg een jaar of tien, vijftien jaar ook Olympiër worden. En die dan zeggen dat ze zijn geïnspireerd door Abdi Nageeye, die tweede werd op de Olympische marathon. Maar misschien nog meer omdat hij zijn trainingsmaatje Bashir Abdi uit Belgie meenam en opzweepte om hem te volgen zodat die derde werd. Vriendschap en sportiviteit tot op de eindstreep.
Helaas kan het ook anders. In diezelfde marathon, op achtentwintig komma drie kilometer, gooit de Franse marathonloper Morhad Amdouni alle waterflesjes om waardoor zijn opponenten geen water meer konden pakken. Natuurlijk verklaarde hij achteraf dat het per ongeluk was, une accidente. Hij was te moe en de flesjes waren te glibberig. Behalve de laatste, want die kon hij ineens wel stevig vastpakken. Ik geloof er geen franse sac van. Onsportief en dom.
Nee, dan de Belgische Mieke Gorissen, die na de eindstreep van haar marathon een hartverwarmend interview gaf waarin ze haar diepste (marathon)ziele roerselen deelt met heel België. Hoe ze in haar hoofd van de Ganzenstraat naar huis liep om zo de laatste twee kilometer te overbruggen. Links, rechts, links, rechts, links, rechts, de mantra die haar door de ruim tweeënveertig kilometer heeft gesleept. Ze heeft het gehaald en als de interviewer haar vertelt dat ze 28e is geworden, worden de emoties haar te veel en kan ze haar tranen van geluk, vermoeidheid en ongeloof niet meer inhouden. “Doe maar,” zegt de interviewer met een vriendelijke lach in zijn stem. En dat doet ze. Onverholen maar wel verscholen achter een wit handdoekje laat ze haar tranen de vrije loop. Het is lief en zo ontroerend. Ze is Olympiër en dat realiseert ze zich ineens en weer is het handdoekje even nodig. Inmiddels is heel België verliefd geworden op Mieke. En langzamerhand verovert ze ook ons land. Samen met Abdi en Bashir maakt Mieke deze Olympische marathon onvergetelijk en vooral Olympisch.
Het kan dus wel. Je hoeft geen waterflesjes om te gooien om te winnen of om de harten te winnen van je landgenoten die gespannen voor de buis hebben gezeten. Ben gewoon jezelf, zoals Mieke en help je medeloper, zoals Abdi. Het kan dus gewoon.
Blijf gezond en blijf jezelf.
Reactie plaatsen
Reacties